Gedragscode voor alle gemeenteleden van de Hervormde Gemeente Wapenveld
Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel. Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut in dagen van onheil. Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots. – Psalm 27: 4 en 5.
Naar bovenstaande tekst wordt verwezen in het kerkzegel van de Hervormde Gemeente Wapenveld. Het geeft weer wat ons verlangen is: wonen bij God. Omdat we ons bij Hem veilig weten. Juist daarom is het ons verlangen dat Zijn gemeente een plek is waar iedereen zich veilig en geborgen weet. Bij God en daarom ook bij elkaar. De veiligheid van ieder gemeentelid wil geborgd zijn in de veiligheid die we als gemeente samen bij God vinden. Daarom weten we ons geroepen om in Christus’ naam naar elkaar om te zien en voor elkaar te zorgen. Daarom zetten we ons ervoor in echt een veilige kerk te zijn. We denken ook aan het beeld van de schapen die zich veilig weten bij de goede Herder. Deze Herder zet zich ervoor in om alle schapen en juist ook de zwakste te bewaren voor de wolven.
Dit geldt voor al het werken en leven binnen onze gemeente, voor alle gemeenteleden, maar in het bijzonder wanneer we geroepen zijn voor een ambt of taak om de Heere en elkaar te dienen. Wat ons concreet voor ogen staat, verwoorden we in de volgende leefregels voor een veilige kerk.
1. God is de Eerste en de Enige, Hij staat op 1 bij alles wat we doen. Daarom is het belangrijk ons eigen geestelijk leven te onderhouden door de Bijbel te lezen, te bidden, de erediensten te bezoeken en contact te houden met andere gemeenteleden. Zodat we geestelijk gevoed worden door God en Hij de bron van ons leven kan zijn.
2. God dienen vertaalt zich door in het dienen van de ander. Daarom willen we de Bijbel onze leidraad en het geloof onze drijfveer laten zijn. We proberen zuiver en oprecht te zijn in het dienen en houden elkaar daarin scherp. Dan zal wat we doen tot Gods eer zijn en zullen anderen door ons heen zien wie God is en dat Hij er voor hen wil zijn. Dit geldt in het bijzonder voor ambtsdragers, kerkelijk werkers en degenen die actief zijn in het jeugd- en verenigingswerk. Zij hebben op grond van hun benoeming een zekere status en macht en zullen hier voorzichtig en dienend mee omgaan. Dat betekent dat zij zich ervan bewust zijn dat de verantwoordelijkheid om de (pastorale) relaties en contacten zuiver te houden bij hem/haar berust. Ze maken geen misbruik van hun positie die ze hebben ten opzichte van de ander. Daarbij wegen ze zorgvuldig de wenselijkheid van een individueel contact. In dit alles houden we het woord van Jezus in gedachten, Die zei: ‘Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient. ‘(Lukas 22: 27b). Voor de bovengenoemde personen zal een Verklaring Omtrent Gedrag overlegd moeten worden.
3. Omdat God juist naar kwetsbare mensen omziet, doen wij dat ook door juist voor hen een veilige kerk/gemeente te zijn. Bij kwetsbare gemeenteleden denken we in elk geval aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, mensen met psychische/emotionele problemen, eenzame mensen, ouderen en minderjarigen. Wij zijn ons ervan bewust dat er situaties kunnen ontstaan in het contact met andere gemeenteleden die de ander of onszelf op dat moment kwetsbaar maken. We zien naar elkaar om, zodat iedereen zich gezien, gekend, gehoord, gerespecteerd en geliefd voelt.
4. We streven naar een cultuur van openheid, waarin we tegelijk respectvol zijn jegens degenen die boven ons staan (ambtsdragers, ouders, gezagsdragers) en de afspraken die we als kerkelijke gemeente met elkaar gemaakt hebben. We werken samen en steunen elkaar. We schromen niet om hulp te vragen en durven elkaar waar nodig op dingen aan te spreken.
5. We gaan vertrouwelijk om met de informatie die we van anderen ontvangen. We delen geen vertrouwelijke informatie uit gesprekken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de bezochte persoon. We respecteren de privacy van elkaar/gemeenteleden.
6. We respecteren de lichamelijke integriteit van de ander. We vermijden elke niet-functionele aanraking. We respecteren kinderen, jongeren en ouderen in hun grenzen en dragen zorg voor hun veiligheid. Als dit ontbreekt is er sprake van een onveilige situatie. Wanneer zich dat voordoet, zoeken we contact met een ander gemeentelid, ambtsdrager of de vertrouwenspersonen 1). Waar nodig zoeken we samen naar professionele hulp. In geval van grensoverschrijdend gedrag kunnen de vertrouwenspersonen worden ingeschakeld.
7. We houden onze roeping voor ogen en zijn daarom trouw aan onze taak. We gedragen ons zorgvuldig, zodat er geen twijfels over ons gedrag kunnen ontstaan. We brengen de (pastorale) relatie van onszelf of anderen niet in gevaar. We maken geen verbale of fysieke seksuele toespelingen, ook niet bij wijze van grap. Ook accepteren we dat niet van anderen. Daarnaast respecteren we ook de taken van anderen. Zo proberen we te voorkomen dat er groepsvorming en verwijdering ontstaan. We streven ernaar voor elkaar een voorbeeld te zijn.
8. We gaan zorgvuldig om met geld en andere eigendommen van de gemeente en van gemeenteleden. We nemen geen cadeaus aan en accepteren geen giften voor onszelf om zo te waken voor belangenverstrengeling. Ook lenen we geen geld uit, maar zoeken indien nodig hierover contact met de diaconie. Wanneer er geld aan ons toevertrouwd wordt dat voor de gemeente bestemd is (collecten, giften) betrekken we ook anderen hierbij (gezamenlijk geld tellen, publiceren van ontvangen giften). We willen echt betrouwbaar zijn voor elkaar, in alle opzichten.
9. We letten op onze woorden en spreken altijd en in alle omstandigheden respectvol over medemensen en over medegemeenteleden en ambtsdragers in het bijzonder. Dat geldt ook als we communiceren via sociale media. We roddelen niet en zijn betrouwbaar in wat we zeggen. We pesten niet, maar zoeken het goede voor de ander. Bij onenigheid overleggen we met een (andere) ambtsdrager. Ergernissen over iemand bespreken we met de persoon die het betreft.
10. Wanneer er vragen zijn over deze gedragscode of wanneer een betrokkene zich niet aan de gedragscode houdt, dient dit gemeld te worden aan het moderamen van de kerkenraad. Wanneer er sprake is van grensoverschrijdend gedrag of een ander strafbaar feit, zoals seksueel misbruik dient er contact opgenomen te worden met de vertrouwenspersoon of het landelijk meldpunt SMPR. 2)
Zo mogen we onder Zijn zegen ons werk in Zijn gemeente doen tot eer van God en in onderlinge liefde (naar Psalm 133).
1) De vertrouwenspersonen werken anoniem tenzij sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen. (Dit is een wettelijke afspraak).
2) Meldpunt seksueel misbruik in de kerk.
(De gedragscode is vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van 4 september 2025)

