gemeente.jpg

Ja, Jezus is gezien na Pasen! Dat is wat we als kerk vast geloven. Daar hebben we ook goede redenen voor. We geloven niet in het luchtledige, maar we hebben vaste grond onder de voeten. Er zijn getuigen van Zijn opstanding. Nee, niet eentje, of misschien twee. Veel meer. De apostel Paulus noemt er in 1 Korinthe 15 een heel aantal, zelfs een keer met 500 broeders tegelijk. Getuigen die Jezus in levende lijve ontmoet hebben en die het aan ons doorgeven: Jezus leeft!

In de periode tussen Pasen en Hemelvaart lezen we in de kerk vaak gedeelten uit de Bijbel over deze ontmoetingen. Het helpt ons te geloven dát Hij leeft. Maar het helpt ons ook te begrijpen wat het voor ons betékent dat Hij leeft.
Het belangrijkste is ongetwijfeld dit: als wij in Hem geloven, dan mogen wij ook eeuwig leven. Dat wil zeggen dat we Hém mogen kennen als onze Redder en Heere. Dat geeft ons leven zin en vreugde. En het geeft de zekerheid dat ons sterven niet het einde is.
Jezus komt terug en ieder die in Hem gelooft, zal voor eeuwig bij Hem zijn.

Geloof jij dat? Dat is ook Jezus’ vraag aan jou en mij.
Dat Hij is opgestaan lijkt misschien heel onwerkelijk. Met ons verstand kunnen wij het inderdaad totaal niet begrijpen. Maar dat geeft niet, want in de Bijbel komt Hij zelf als de Levende naar ons toe. Wie Hem zó ontmoet heeft, die kan er niet omheen: Jezus leeft – en ik met Hem!

Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen.
Omdat Hij leeft – mijn angst is weg.
Omdat ik weet: Hij heeft de toekomst.
En het leven is het leven waard, omdat Hij leeft.