Door ds. A. van der Stoep (februari 2024)
Het nieuwe jaar 2024 is inmiddels een aantal weken oud. Op Nieuwjaarsmorgen zongen we met Psalm 93: De HEERE regeert! Ondertussen leven we Zijn terugkomst tegemoet. Dat is de hoop waarmee een christen mag leven. Of beter: Híj is onze hoop. Omdat we Hem liefhebben. Omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Daarom zien we naar Zijn komst uit. Een vraag die dan opkomt is: hoe leven wij Zijn komst tegemoet?
Momenteel lees ik een boekje waarin die vraag centraal staat. Het heet ‘Hoop en heiliging. Leven met Christus in de tussentijd’. Het betreft een deeltje uit de Artiosreeks en is geschreven door ds. J.A.W. Verhoeven. Ik kan het u aanbevelen als een zeer lezenswaardig boekje. Ds. Verhoeven heeft de gave om grote en diepe dingen heel kernachtig te verwoorden. Hij neemt de lezer mee door de Schrift en laat zien wat Bijbelse hoop betekent voor een christen die als een pelgrim onderweg is door deze wereld op weg naar Christus’ toekomst. Wat komt zo’n pelgrim allemaal tegen? Waarmee heeft hij te ‘dealen’? Maar ook: wat wordt er van hem verwacht? Hoe kun je als pelgrim in ‘vreemd’ gebied heilig leven tot eer van God in deze tijd tussen Christus’ eerste en tweede komst?
In dat verband benoemt ds. Verhoeven in één van de hoofdstukken een vijftal thema’s waar het op het punt van de heiliging van ons leven naar zijn inzicht in onze tijd op aan komt. De thema’s waarop de geestelijke strijd zich toespitst. In het kader van dit artikel wil ik ze voor u kort aanstippen, omdat ik collega Verhoeven erin bijval dat dit thema’s zijn waar het ook in de praktijk van ons eigen christenleven om spant. Omdat bekering in de Bijbel ook altijd heel concreet is.
1. Als eerste noemt hij de tijd. Wie in Christus gelooft, weet dat zijn tijden in Gods hand zijn. Dat werkt ontspannend en maakt dankbaar voor de tijd die God ons geeft. Wij hoeven niet mee te doen in de haast en jacht van onze cultuur, maar mogen vertrouwend leven uit Zijn hand. En daarom ook tot Zijn eer. Daarom zijn we ook geroepen om de tijd ‘te heiligen’. Van groot belang zijn daarin de zondag en de liturgie. Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. We mogen elke week een dag rusten. We gaan naar de kerk. Daarmee belijden we dat God belangrijker is dan al het andere in ons leven en in deze wereld. Het is een krachtige uiting van het geloof. We leven voor God. Waar de zondag niet wordt gevierd - en de kerkgang erbij hangt - verlept de godsvrucht. We hebben de prediking, de liturgie en de sacramenten nodig om onze gehele levenstijd tot Gods eer te kunnen leven.
2.Het tweede betreft onze relaties. Wat de Bijbel daarover zegt, staat in toenemende mate haaks op onze cultuur. Onze cultuur ademt het idee dat onze seksualiteit onze relaties bepaalt, meer nog: dat het onze identiteit bepaalt. De Heere, die ons als mensen aan elkaar gegeven heeft, leert ons echter dat voor wie gelooft Christus onze diepste identiteit is. Híj bepaalt dan ook hoe onze relaties zullen zijn. Dat geldt uiteraard zowel binnen als buiten het huwelijk. We zijn niet van onszelf, maar we zijn van Hem! Dat geeft kracht in de strijd tegen de zonde en het bemoedigt bij ervaren gebrokenheid. Juist als kerk kunnen we een zichtbare verkondiging zijn van Gods Koninkrijk door onze relaties.
3.Vervolgens noemt de schrijver ons bezit. Zeg maar: ons geld en goed. Wij leven in het rijkste deel van de wereld, al plukt niet iedereen daar in gelijke mate de vrucht van. Verhoeven schrijft: ‘Voor christenen van de eenentwintigste eeuw is het een oefening in heiliging om de zelfbeheersing te betrekken op de geest van het consumentisme’. Met andere woorden: wie door de Geest geleid wordt, laat zich niet meeslepen door het altijd maar meer en groter willen, maar die leert tevreden te zijn en prioriteiten te stellen. Niet voor niets zegt Paulus ergens dat geldzucht een wortel van alle kwaad is. Niet dat rijkdom op zich verkeerd is, maar het brengt wel veel gevaren met zich mee. En een belangrijk punt hierbij is: is het gevaar niet groot dat wij ons eigen comfort belangrijker vinden dan de geestelijke gezondheid van onze eigen ziel en van die van onze kinderen en van de gemeente? Gelukkig behoort zelfbeheersing (of matigheid) tot de vrucht van de Geest.
4.Dan is er het thema van de gerechtigheid. Wie het Oude Testament leest, merkt hoezeer sociale gerechtigheid voor God een aangelegen zaak is. Het gebeurt nogal eens dat Israël van God de wind van voren krijgt, omdat ze de armen verdrukken, corrupte ambtenaren de hand boven het hoofd houden, de kwetsbaren benadelen. We zijn geroepen om recht te doen. Aan God allereerst. Zeker ook aan het kwetsbare leven - denk in dat verband ook zeker aan thema’s als abortus en euthanasie. Maar ook aan dat wat sociaal kwetsbaar is. Door ziekte, armoede. Omdat mensen op de vlucht moesten. De pelgrim die zich geroepen vanuit Gods liefde ook zijn naaste lief te hebben, zal nooit uit de voeten kunnen met de gedachte: eigen volk eerst.
5.Tot slot wordt het thema van de ecologie genoemd. Dan gaat het over onze omgang met de schepping. Wij horen veel over klimaatverandering en haar gevolgen. Omdat het over Gods schepping gaat, kunnen we het niet maken om daar nonchalant of sceptisch over te doen. We beseffen dat wij de wereld niet kunnen redden met onze technieken, maar weten ons geroepen als goede rentmeesters Zijn schepping te beheren. Terwijl we ondertussen uitzien naar de níeuwe schepping die Hij gaat maken.
Het zijn enkele gedachten die ik, vrij weergegeven, aan u doorgeef. Laten we te midden van deze wereld de dingen bedenken die boven zijn, waar Christus is, Die aan Gods rechterhand is. Laten we bidden om Zijn Geest om zó te mogen leven dat wij heilig door Hem bevonden worden als Hij verschijnt. En één ding is zeker: het nog maar pas begonnen jaar brengt ons dichter bij Zijn komst. Laten we Hem verwachten!
Ds. A. van der Stoep