Door ds. G.H.Kruijmer (februari 2024)
Op de eerste lijdenszondag mocht ik in Wouterswoude voorgaan. Lange tijd was ik er niet geweest, maar de ontvangst was hartelijk als altijd in het noorden van het land. In de consistorie lag een kerkblad en onderaan de berichten van ds. K.H. Bogerd stond het onderstaande stukje, dat ik graag aan u doorgeef, over het gereedschap van de timmerman.
Het gereedschap van de timmerman hield een bespreking. De hamer voerde het voorzitterschap. De vergadering liet hem weten dat hij moest vertrekken omdat hij te luidruchtig was.
Maar hij zei:
‘Als ik deze werkplaats moet verlaten, dan moet boortje ook verdwijnen, hij is volledig nutteloos en laat alleen maar gaten achter’. Boortje stond op en zei: ‘Goed, maar dan moet de schroevendraaier ook weggaan. Je moet hem draaien en draaien om hem uiteindelijk op zijn plek te krijgen’. Daarop antwoordde de schroevendraaier: ‘Als jullie dat wensen, dan wil ik wel gaan, maar dan mag ook de schaaf niet blijven, al zijn werk is zo oppervlakkig, zonder enige diepte’. Op deze opmerking antwoordde de schaaf: ‘Goed, maar als ik ga, dan gaat de duimstok mee. Hij meet alles aan zichzelf af, alsof hij altijd gelijk heeft’. Op zijn beurt bekritiseerde de duimstok het schuurpapier: ‘Hij is ruwer dan nodig is. Bovendien schuurt hij de dingen altijd op een verkeerde manier’.
Terwijl deze discussie nog aan de gang was, kwam de timmerman binnen. Hij bond zijn schort om en ging naar de werkbank om een tafel te maken. Hij gebruikte de zaag, de schaaf, de hamer, het schuurpapier, het boortje, de schroevendraaier en al de andere gereedschappen. Zo werd duidelijk dat zij allemaal werktuigen in de hand van de meester waren, die hij gebruikte zoals hij dat wil. Al die kritiek was waar en tóch kon de timmerman elk van hen gebruiken. Zo kan onze hemelse Timmerman elk van ons gebruiken, zoals Hij dat wil (bron onbekend).